Gezondheid van kop tot staart, je dier is het waard!
Webwinkel Keurmerk9,6 @ Webwinkelkeur
0
0
Gezondheid van kop tot staart, je dier is het waard!

Dieren veilig in de kou en sneeuw

PANIEK❄ --> SNEEUW!!! ❄❄❄

Een berg sneeuw en koud weer! Leuk of niet leuk! De meningen verschillen en dat is niet zo gek.
Voor dieren is dit ook aan de orde. Het ene dier zal de sneeuw en de kou prachtig vinden en hier goed mee om kunnen gaan terwijl andere dieren liever binnen blijven en zich nog eens lekker omdraaien voor de warme kachel.

Om de sneeuw en de kou veilig door te komen en het voor iedereen zo prettig mogelijk te maken hebben wij een aantal handigheden opgeschreven.

Honden:
De meeste honden zullen de sneeuw prachtig vinden. In beweging blijven beschermd ze tegen de kou. Wees voorzichtig met oudere dieren, dieren met een dunne of korte vacht of honden met een kale buik. Het is verstandig dan je hond te beschermen met een jas of schoenen.  

Als je met je hond gaat spelen in de sneeuw let dan op dat hij niet drijfnat wordt door de smeltende sneeuw. Een natte hond wordt eerder koud en kan onderkoeld raken.
Neem extra handdoeken of een badjas mee in de auto of leg ze klaar bij de voordeur.

Vacht en sneeuw:
Heeft je hond lange beharing en ook flinke beharing aan de voetzolen dan kan het verstandig zijn om de lange uitstekende plukken haar weg te knippen zodat er geen sneeuw/ijsklonten aan de vacht blijven plakken die je hond verhinderen te lopen.
Knip nooit alle haren tussen de voetzooltjes weg, want juist deze beharing beschermd ook de voetzolen en de kussentjes tegen bevriezing en irritatie door strooizout.
Mochten er toch klompjes sneeuw ontstaan en echt vast blijven plakken in de vacht, knijp deze dan voorzichtig stuk. Probeer ze niet los te trekken, dit is erg pijnlijk!

Strooizout:
Als je over de straat moet en hier is gestrooid zorg dan dat je bij thuiskomst de voeten van je hond even afspoelt met wat lauw warm water of zet een teiltje water klaar voor als je thuiskomt zodat je daar de poten van je hond in af kunt spoelen. Het strooizout blijft namelijk aan de poten zitten en als je thuis bent en je hond gaat zich wassen likt hij dit op. Strooizout kan medische klachten geven.
Klachten waar je aan kunt denken zijn: voetzool problemen als brandende pootjes en het ontstaan van wondjes, maagirritatie na oplikken en daardoor braken en/of diarree. In het ergste geval zelfs neurologische klachten. Al deze klachten kunnen tot 72 uur na het binnen krijgen ontstaan.
Kleine hondjes met korte pootjes zitten dicht bij de grond en kunnen daardoor last krijgen van opspattend vocht waar strooizout in zit, dit kan in de ogen terecht komen en zo voor flinke oogirritatie zorgen.

Bescherm de pootjes met voetzoolspray/balsem of trek je hond beschermende hondenschoenen aan. Knip de echte uitstekende plukken vacht weg, het liefst met een schaar speciaal voor de pootjes.

Bij oogirritatie of maag-/darmklachten raadpleeg je het beste de dierenarts.

Sneeuw eten:
Veel honden vinden het heerlijk om sneeuwballen te vangen of om sneeuw te eten, let hierbij op dat je hond geen maag-/darmklachten krijgt. Al deze koude massa kan zorgen voor een behoorlijk ontregelde maag en flinke buikpijn met diarree als gevolg.

Glad ijs:
Mocht de vrieskou aanhouden en er komt ijs op de sloten, plassen en meren let dan extra op dat je hond niet op het ijs gaat lopen. Hij kan lelijk uitglijden en daarbij botten, gewrichten of spieren blesseren. Tevens kan een hond niet inschatten of het ijs dik genoeg is. Je moet er niet aan denken dat het dier door het ijs zakt.

Katten:
Katten worden vaak niet uitgelaten (uitzondering daar gelaten), maar lopen over het algemeen wel veel buiten. Katten die dat het hele jaar doen kunnen ook met kou prima buiten, want hun vacht is hierop aangepast. Ze zullen zelf een warme plek opzoeken als ze het koud hebben. Zorg er daarom wel voor dat je kat naar binnen kan door een kattenluik of als dit niet beschikbaar is door een warme plek aan te bieden in een schuur of een kattenhuis buiten te plaatsen. Veel katten raken kwijt doordat ze ergens warm wegkruipen en zo opgesloten raken in schuurtjes/garages van buren of onder bijvoorbeeld een motorkap van een auto.

Vacht en sneeuw:
Heeft je kat lange beharing en uitstekende plukken haar bij de voetjes dan kan het verstandig zijn om de lange uitstekende plukken haar weg te knippen zodat er geen sneeuw/ijsklonten aan de vacht blijven plakken die je kat verhinderen te lopen. Tevens kunnen deze klonten gaan smelten en de kat nat maken waardoor deze afkoelt en in het ergste geval voor onderkoeling kan zorgen doordat de kat ergens gaat stil zitten.
Mochten er toch klompjes sneeuw ontstaan en echt vast blijven plakken in de vacht, knijp deze dan voorzichtig stuk. Probeer ze niet los te trekken, dit is erg pijnlijk!

Strooizout:
Net als bij honden is strooizout gevaarlijk. Katten zijn kleiner en hebben maar weinig nodig om medische klachten te krijgen door strooizout.
Nu spoel je een kat niet even makkelijk de pootjes af, maar je kunt wel proberen de pootjes van je kat af te nemen met een vochtige/natte doek. Houdt je dier wel in de gaten en raadpleeg bij twijfel een dierenarts. Medische klachten kunnen ontstaan tot 72 uur na het binnenkrijgen van strooizout.
Klachten kunnen zijn: pootirritatie, braken, diarree of in het ergste geval neurologische klachten.

Drinken:
Katten die naar buiten gaan drinken ook vaak hier water. Bij kou zal dit water al snel bevroren zijn. Zorg er daarom voor dat je in huis op meerdere plekken schaaltjes water neer zet zodat je kat eraan herinnerd wordt genoeg te drinken. Veel katten drinken te weinig water wat ook gezondheidsproblemen met zich mee brengt. Een drinkfontein stimuleert drinken.

Kattenbak:
Bevroren aarde poept en plast voor de meeste katten niet zo prettig, dus zullen ze eerder geneigd zijn van de kattenbak gebruik te maken. Zorg ervoor dat deze klaar staat en schoon is. Katten hebben een hekel aan een vieze bak en kunnen onzindelijk gedrag vertonen als ze niet op de bak kunnen. Doordat ze er nu vaker gebruik van zullen maken zal de bak ook sneller vies zijn dan normaal. Elke dag uitscheppen of schoonmaken voorkomt ellende.
Bij meerdere katten in huis is het advies 1 bak per kat neer te zetten plus 1 extra bak.

Zwerfkatten:
In Nederland komen nog steeds ontzettend veel zwerfkatten voor, deze dieren hebben het met de kou wel extra zwaar omdat ze geen huis met een warme kachel hebben om op te warmen en vaak hun eigen kostje bij elkaar moeten zien te verzamelen.
Voor een zwerfkat zou je met de kou je schuur open kunnen stellen met een mandje of een oude deken als slaapplek, een schaaltje voer en water en eventueel een kattenbak.
Tevens zijn er voor zwerfkatten tempex boxen te krijgen, deze plaats je beschut in je tuin met een laag stro en dan kan ook een zwerfkat droog en beschut schuilen.
Een kattenhuis kan ook prima voor een zwerfkat, maar deze zijn een stuk prijziger in de aanschaf dan een tempex doos. 

Konijnen:
Konijnen kunnen beter tegen kou dan tegen warmte. Als mens zijn we geneigd onze konijnen bij koud weer snel naar binnen te halen, maar hier doe je een konijn met een goede wintervacht absoluut geen plezier mee.
In principe kan een gezond konijn met een goed ontwikkelde wintervacht tot -15 prima buiten vertoeven. Belangrijk aspect hierbij is dat het dier tochtvrij en droog moet kunnen zitten. Daarnaast is het van levensbelang dat ze samen zitten. Konijnen houden elkaar warm!

Een droog en tochtvrij verblijf kan een konijnenhok zijn, een binnen gedeelte in de schuur of garage of een schuilhuis in een ren.
Bij alle opties is het belangrijk dat je konijn de mogelijkheid heeft weg te zijn van de koude grond. Zorg dat er een schuilhuisje is op pootjes of dat er bak in staat die ze beschermd tegen de grondvorst en het vocht. Daarnaast kun je een lekkere hoeveelheid stro aanbieden. Als je konijnen dat te warm vinden zullen ze dit vakkundig wegschuiven.
Daarnaast is het belangrijk dat er geen regen/sneeuw/hagel in het verblijf kan waaien. Zo kunnen je dieren zichzelf droog houden, want een natte vacht kan uiteindelijk onderkoeling veroorzaken. Tevens is tocht voorkomen essentieel, verwar dit niet met ventilatie. Die blijft wel heel erg belangrijk.
Je kunt best een doek of een deken over/voor het hok hangen, maar zorg wel dat het niet helemaal dicht zit.

Sneeuw in de vacht:
De meeste konijnen zullen de sneeuw prachtig vinden, maar ze zijn klein, zitten laag bij de grond en sommige dieren hebben een lange vacht of op bepaalde plekken een langere vacht. Dan kan deze sneeuw klontjes gaan vormen aan deze vacht.
Als je dit constateert is het belangrijk actie te ondernemen: knijp de sneeuwballetjes voorzichtig stuk, trek ze er niet uit want dit doet pijn en je beschadigd de vacht van je konijn. Daarna föhn je de vacht droog. Ga niet wrijven met een handdoek, want hierdoor wrijf je juist het vocht naar de huid toe en/of je veroorzaakt een plakkaat vilt.
Bij twijfel over de vacht raadpleeg je het beste een gediplomeerde konijnentrimmer of bij medische problemen een konijnkundige dierenarts.

Water en bevriezing:
Konijnen drinken vaak water uit een drinkfles of een waterbak. Bij een beetje nachtvorst is de nippel van de drinkfles al bevroren en kunnen je konijnen niet meer drinken. Daarnaast lopen ze ook het risico, bij extremere kou, dat hun tong vast plakt.
De meeste natuurlijke manier van drinken is uit een drinkbak. Deze zal bij veel vorst ook bevriezen maar dit duurt een stuk langer dan de tuit van de drinkfles.
Het handigst is een grote hondenwaterbak te nemen van steen (keramiek) deze zijn zwaar en kiepen ze niet zomaar om. RVS kan ook, maar is ook koud en bevriest daardoor sneller dan steen. Tegenwoordig zijn er ook bakken van bamboe te koop, deze bevriezen langzamer dan de andere materialen, maar zijn lichter, dus als je konijnen hebt die de drinkbak omgooien zou ik steen adviseren. Tenslotte is droog zitten ook heel erg belangrijk. Je wilt geen plakkaat ijs in je verblijf.

Een hoes om de drinkfles kan, maar beschermd niet de tuit tegen bevriezing.

Om langer bevriezing van water tegen te gaan kun je de waterbak op een zogenoemde warmteschijf zetten. Deze zijn verkrijgbaar onder de naam Snugglesafe of Trixie heatpad / warmteschijf.
Beide zijn veilig in gebruik. Deze schijf warm je op in de magnetron en blijft zo’n 10 uur warm. Met erge vrieskou zal dit maar enkele uren zijn. Het handigst is om meerdere schijven in huis te hebben zodat je af kunt wisselen.

Daarnaast zijn er ook elektrische verwarmers voor drinkbakken te krijgen. Deze zijn ideaal, echter hebben konijnen één grote passie en dat is draadjes doorknagen! Deze producten hebben helaas allemaal een stroomsnoer. Nu kun je deze wel beschermen met een kabelgoot of een pvc buis (als je handig bent en de stekker er op en af kunt zetten) maar dit moet wel ook mogelijk zijn in combinatie met je verblijf.

Warmtematjes zijn ook verkrijgbaar, echter vinden veel konijnen deze rubber coating onweerstaanbaar en ook hierbij is het stroomsnoer een uitdaging.

Op de tijden dat je konijnen wakker zijn/actief zijn vers lauw water aanbieden zal helpen om ze toch genoeg te laten drinken.

Door groente te voeren krijgen ze ook vocht binnen, maar doe dit alleen als je konijnen dit al gewend zijn. Anders bestaat het risico op diarree en dat kan met koud weer verkeerd aflopen.

Druivensuiker of zout toevoegen aan het water is eveneens niet aan te raden. De dieren krijgen er meer dorst van en het beïnvloed de darmflora op een verkeerde manier.

Konijn binnen:
Er is een groep konijnen die wel risico loopt en dat zijn met name oudere konijnen. Door hun strammere lichaam bewegen ze minder en lopen ze risico op onderkoeling.
Kou helpt niet mee bij stramme en stijve spieren en gewrichten, dus het is verstandig om deze dieren (als ze 100% buiten zitten) te verplaatsen naar een schuur, garage, koude bijkeuken of slaapkamer. Heel belangrijk om ze niet in een verwarmde ruimte te zetten, want dan kunnen ze juist ziek worden door de grote (vooral plotselinge) temperatuurswisseling.
Daarnaast geldt dit ook voor zieke dieren, jonge konijnen (onder de 4 a 5 maanden leeftijd) en konijnen die alleen zitten.
Konijnen die alleen zitten missen de absoluut noodzakelijke bescherming van een maatje en lopen daardoor extra risico.

Je kunt bij risico dieren een warmteschijf aanbieden, maar zorg wel dat je dier hiervan weg kan. Als ze het te warm vinden moeten ze een koelere plek op kunnen zoeken. Belangrijk om dan ook hierbij rekening te houden met tocht en vocht. Als de warmteschijf op de beste plek ligt en je dier heeft het te warm maar kan niet anders dan in de tocht zitten dan ben je verder van huis. Dus onderzoek en kijk goed of je dier het echt nodig heeft en waar je die schijf dan het beste kunt plaatsen.

Lichaamstemperatuur:
Bij konijnen kun je in het kuiltje achter de oren voelen of je dier warm of koud is. Dit geeft een indicatie en geen echte lichaamstemperatuur. Bij konijnen die buiten zitten is het lastiger om dit te voelen als je zelf in de kou staat (dan voelt alles warmer) of koude vingers hebt (koude vingers geldt voor binnen ook). Twijfel je of je konijn warm of koud is temperatuur hem dan met een thermometer. Meten = Weten! Dit voorkomt onderkoeling en ziekte. De juiste lichaamstemperatuur van een konijn ligt tussen de 38,5 tot 39,5 graden. Onder de 37,5 graden komen er problemen. Door de lage temperatuur schakelen de darmen uit en treed er gasvorming op. Dit is als je niets onderneemt of niet snel genoeg bent dodelijk.
Koude oren geven geen juiste indicatie. 

Bij twijfel --> Temperaturen! Bel je dierenarts bij onderkoeling.

Kippen:
Op zich kunnen kippen goed tegen de kou, enkel de kleinere rassen zoals Serama’s en Chabo’s en de vechtrassen zoals de Ko-Shamo lopen meer risico op onderkoeling.
Ook kippen met een flinke verendos aan de poten vallen in een risicogroep.

Het hok:
Om kippen goed door de kou te helpen kun je meerdere dingen doen. Het belangrijkste is zorgen dat hun hok voldoende bescherming biedt. Geen tocht en vocht, wel voldoende ventilatie.
Dikke laag stro op de bodem, piepschuim platen eventueel aan de binnenkant van het nachthok voor extra isolatie en eventueel het binnenhok wat kleiner maken, zodat ze het gezamenlijk makkelijk warmer kunnen maken met hun eigen lichaamstemperatuur.

Zorg voor een sneeuwvrij buitengedeelte zodat ze kunnen scharrelen, dit gaat lastig in een dik pak sneeuw. Maak eventueel het dak van het kippenhok sneeuwvrij als dit aan de orde is. Je wilt niet het risico lopen dat het instort door de zware sneeuw.

Water:
Kippen hebben vrij veel water nodig om zich warm te kunnen houden. Het is belangrijk om meerdere keren per dag te controleren of het water nog ijsvrij is. Doordat ze in de winter meer energie verbruiken, meer eten, drinken ze ook meer. Als ze onvoldoende water binnen krijgen raken ze uitgedroogd en dit brengt vervelende gezondheidsrisico’s met zich mee.

Er zijn verschillende handigheden voor het voorkomen van het bevriezen van het drinkwater. Denk aan een warmteplaat onder de drinktoren of een drinkbakverwarmer die je in de waterbak kunt leggen.

Voeg liever geen druivensuiker of zout toe aan het water, uiteindelijk zal het water ook met deze toevoeging bevriezen en daarnaast zorgen de toevoegingen juist voor meer dorst en een verkeerde darmflora.

Voeding:
Om je kippen warm te houden kun je zorgen voor wat extra rijke voeding in de vorm van granen en insecten.

Kammen, lellen en poten:
Voorkom bevriezing van de kammen, lellen en poten door ze in te smeren met bijvoorbeeld vaseline of uierzalf. Zitten er toch bevroren puntjes aan of wordt de kam of lel zwart neem dan contact op met de dierenarts.

Sneeuw aan de veren:
Kippen met veren aan de poten kunnen van die sneeuwklonten krijgen aan de poten, knijp deze voorzichtig kapot, niet de klonten eraf trekken want dit is erg pijnlijk en föhn daarna de veren voorzichtig droog. Zorg dat de kippen uit de sneeuw blijven om dit te voorkomen.

Buitenvogels:
De buitenvogels kunnen in principe prima tegen de kou, echter kunnen ze minder goed aan voedsel komen, dus voer ze eventueel bij met strooivoer (zaden en granen), mezenbollen en vetblokken die geschikt zijn voor vogels. Ook vogelpindakaas is een goede bijvoeding voor de winter, geef geen mensen pindakaas, hier zitten veel te veel ongezonde stoffen in die het hele maag-/darmstelsel van slag kunnen maken en dat overleeft een vogel in de kou niet.

Je kunt een platte, brede schaal water neerzetten waar ze uit kunnen drinken en in kunnen badderen. Houdt deze wel elke dag schoon. Voeg geen zout of suiker toe om bevriezing tegen te gaan, dit maakt ze ziek of zorgt voor extra dorst. Geef ook geen warm water, dit kan juist voor problemen zorgen door het plotselinge temperatuurverschil. Een vogel kan gaan badderen omdat dit water aangenaam is, maar koelt vervolgens veel te snel af en sterft aan onderkoeling. Verder nemen vogels gerust een hapje sneeuw om aan hun vocht behoefte te voldoen.

Wil je zwanen, eenden en andere watervogels helpen maak dan stukjes gras sneeuwvrij zodat ze bij het gras kunnen om te eten.
Bijvoeren kan ook en om dit verantwoord te doen kun je deze adviezen meenemen:
- Voer zo min mogelijk brood. Een kapje oud, onbeschimmeld brood kan weinig kwaad, maar houd het beperkt, geen hele broden!
- Bied de dieren variatie: doperwten, mais of ander graan zoals kippenvoer, maar ook eendenvoer of watervogelvoer is prima.
- Voer niet te veel, zorg dat alles opgegeten wordt terwijl je er bent. Als er voer blijft liggen trekt dit ongedierte als muizen en ratten aan.

Vissen:
Als er vissen in een vijver in de tuin zitten is het raadzaam om bij strenge vorst in de gaten te houden dat de vijver niet tot de bodem dicht vriest.
Ook als er een laag rottende bladeren op de bodem ligt is het oppassen met vorst. Door de dichte laag ijs kunnen gifstoffen niet weg uit het water en dan bestaat de kans dat het hele systeem zichzelf vergiftigd.

Het beste is om preventief te zorgen dat de vijver niet helemaal dichtvriest. Dit kan met 1 of een aantal luchtstenen. Deze borrelen luchtbellen op en voorkomen het dichtvriezen op die plek. Daarnaast zorgen ze voor extra zuurstof in het water en verdrijven ze eventueel aanwezige schadelijke stoffen.

Als de vijver toch dichtgevroren is giet er dan geen heet water op of hak er geen gat in, dit veroorzaakt vaak een dodelijk schokgolf voor de vissen.

Je kunt op een veilige manier een gat maken door een warme pan op het ijs te zetten en deze er zo een gat in te laten smelten, voorkom dat je pan naar de bodem verdwijnt door hem vast te houden of er even een touwtje aan te knopen.

Door het gebruiken van onze website, ga je akkoord met het gebruik van cookies om onze website te verbeteren. Dit bericht verbergenMeer over cookies »